Text

Schilder Laurens Stok (Ridderkerk,1983) woont en werkt in Rotterdam. Hij studeerde aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht en de Ateliers, Amsterdam.

Laurens Stok zoekt een alledaagse aanleiding, zoals het water van de Schie bij zijn atelier, om een eenvoudig grid te vinden dat het uitgangspunt vormt voor een schilderij. Juist om los te komen van de beklemmingen van de eeuwenoude schilderstraditie bouwt hij een verdere beperking in, die hem een systeem voor de verf geeft: De keuze voor de harde kleuren van CMYK (cyan, magenta, yellow en key), de vier basiskleuren die vooral bij drukinkten worden gebruikt. Vanuit deze duidelijke afbakening zou men kunnen concluderen dat Laurens Stok schildert vanuit een strikt formele handeling, de werken laten juist die maximale vrijheid zien waar hij naar streeft: Schilderijen die zeker verwijzen naar de mogelijkheden van het schilderen zelf, maar ook uitwaaieren naar de beweeglijkheid en het gebruik van contouren in strips, de hallucinante trainingspakken en felgekleurde pilletjes van de gabberscene uit de jaren ’90.

http://www.metropolism.com/nl/reviews/40255_go_figure_laurens_stok_daily_practice

Painter Laurens Stok (Ridderkerk, 1983) lives and works in Rotterdam. He studied at HKU Fine Art and de Ateliers, Amsterdam.

Laurens Stok is looking for an everyday occasion, such as the water of the river Schie near his studio, to find a simple grid that serves as starting point for a painting. To release himself from the oppressions of the age-old painting tradition, he builds in a further restriction, which gives him a system for the color itself: The choice of the bold colors of CMYK (cyan, magenta, yellow and key), the basic colors that are used with printing inks. From this clear demarcation one could conclude that Laurens Stok paints from a strictly formal act, the works show precisely the maximum freedom that he strives for: Paintings that certainly refer to the possibilities of painting itself, but also fan out to the agility and the use of contours in comics, the hallucinatory tracksuits and brightly colored pills of the gabber scene from the 1990s.

Text by Suzanne Weenink